Sign my
GuestBook

NS 3700

Korte geschiedenis

NS serie 3700

De Nederlandse serie 3700 was een van de grotere series sneltreinlocomotieven en de meest verspreide 2'C serie in Nederland. Nadat er goede ervaringen op waren gedaan met de eerste 2'C machines in Nederland (de 3500 serie van de NBDS) ontwierp de Maatschappij tot Exploitatie van Staatspoorwegen (bekend onder de toen nog onschuldige afkorting SS) zijn eigen 2'C.

SS no 713, later NS 3713 vermoedelijk in1920. Bron: ©Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 151403

De 3700-en waren vier cilinder machines met enkelvoudige expansie, ontworpen voor sneltreindiensten. Deze aanduiding is een beetje flatteus in vergelijking met Engelse en Duitse begrippen want hun ontwerpsnelheid was slechts 90 km/u. Dat werd overigens later verhoogd tot 100 km/u (1930) en 110 km/u (1938).

120 exemplaren werden als volgt gebouwd::

SS no NS no Bouwer # Jaar

701-730

695-700

3701-3736 Beyer Peacock 36 1910-1914
731-778 3737-3784 Werkspoor 48 1911-1918
(779-784)*) 3785-3790 Werkspoor 6 1921
785-799 3791-3805 Henschel 15 1920
(685-694)*) 3806-3815 Hanomag 10 1920-1921
-**) 3816-3820 Schwartzkopff 5 1928

*) Sommige machines werden door de StaatsSpoorwegen besteld maar deden meteen dienst onder hun NS nummer.

**) Toen de ontwikkeling van geschikte elektrische locomotieven achter bleef bij de verwachting, werden in 1928 nog eens vijf, 3816-3820, bijbesteld als noodmaatregel voor de komst van de sterkere klasse 3900.

 

De oorlog had een grote uitwerking op de serie. No 3816 bijvoorbeeld werd in september 1944 in Zwolle gezien. Het herstelpersoneel was bij 468 gestopt met het tellen van de kogelgaten... In mei 1945 was slechts een handvol dienstvaardig. Gedurende het daaropvolgende herstelprogramma werden zeven locomotieven onherstelbaar bevonden. Nog eens dertien keerden nooit meer terug en werden in 1950 definitief afgeschreven, zodat er in dat jaar 100 machines operationeel waren. Dat maakte de tijdelijke serie 3500II (ex-SBB A3/5) overbodig. Deze omvang van de serie bleek slechts een korte nazomer want al in 1953 begonnen de buitendienststellingen en de sloop. In januari 1958 werd de 3737 overhandigd aan het Spoorwegmuseum in Utrecht als laatste stoomlocomotief van de Nederlandse Spoorwegen.

Officieel de laatste keer dat een Nederlandse stoomlocomotief water en kolen neemt. 3737 voor de afscheidsrit in Geldermalsen 7 januari 1958. Bron: ©Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummers 153434 en 153435

Het is de enige overlevende lok van de serie en als het daar om gaat van alle 2'C types in Nederland. Tijdens de museumperiode is de 3737 twee maal teruggebracht in operationele staat.

De eenzame overlevende van alle grote Nederlandse 2'C sneltreinseries, no 3737, op de draaischijf in Tilburg gedurende een rit in december 2002. ©2017 RenĂ© F. Vink

Na ernstige schade aan het drijfwerk werd de machine niet meer economisch herstelbaar geacht en hij blijft sindsdien weer in het Spoorwegmuseum in Utrecht.

2 augustus 2014. Ik en de 3737, liefkozend de "Oude Dame" genoemd (de lok, niet ik).

Afgeleide versies

Kolenpoeder gestookt

No 3790 en vermoedelijk ook 3789 werden omgebouwd voor stoken met kolenpoeder. Het experiment was had geen succes en de machines werden vrij snel tot normale kolenstook teruggebouwd.

Fabrieksfoto van de kolenpoeder 3790. Source: ©NVBS Railverzamelingen. Toestemming vriendelijk gegeven voor gebruik op deze website

Stroomlijn

Vijf machines, 3801-3805, werden in de tweede helft van de dertiger jaren uitgerust met een stroomlijnkap. Dit experiment maakte ze wellicht tot de lelijkste gestroomlijnde locomotieven in de wereld. Hun bijnaam Potvis zegt genoeg. Het experiment had slechts beperkt succes vanwege hun lage topsnelheid (10 km/u) en omdat er geen speciaal gestroomlijnde rijtuigen werden ontwikkeld. Vroeg in de oorlog werden de stroomlijnkappen verwijderd en snel vergeten.

Een gestroomlijnde 3700 verlaat, te oordelen aan de kerktoren op de achtergrond, Utrecht in de richting van Amersfoort (1936-1940).

Series 6000 en 6100 tenderlocomotieven.

Twee andere series werden direct uit de 3700 afgeleid.

 

De 6000 was een tenderversie (26 stuks 1913-1916) met slechts twee cilinders om de asdrukken laag te houden en zo een algemeen toelating te borgen. De oorspronkelijke bestelling omvatte 40 machines maar tijdens de Eerste Wereldoorlog werden er 14 gevorderd voor aflevering en ze werden naar Frankrijk gezonden. Ze deden dienst bij de Franse Nord voor de rest van hun leven.

Dit is SS 1204, later NS 6004. Merk op dat de machinist links staat!
Bron: ©Collectie Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 151429

De laatste loot aan de 3700-stamboom was de 6100 serie, dit was wel een volwaardige viercilinder tenderversie van het oorspronkelijke ontwerp uit 1910, zij het met aanzienlijke verbeteringen (10 gebouwd in 1929).

De allerlaatste "3700"-achtige locomotief, no 6110.
Bron: ©Collectie Het Utrechts Archief, Collectie De Pater, Catalogusnummer 163261

Hoofdgegevens 3700 serie

Beftreft Afmeting
Roosteroppervlak : 2,84 m2
Totaal verwarmingsoppervlak : 130 m2
Keteldruk : 12 bar
Cilinderdiameter : 4x400 mm
Drijfwieldiameter : 1.850 mm
Water : 18 m3
Kolen : 6 tons
Adruk : 16,0 tons, 16,5 tons (3815-3820)
Gewicht lok en tender, operationeel : 115 tons
Lengte : 18.480 - 19.700 mm afhankelijk van de deelserie / bouwer
Hoogste snelheid : 90 (1910), 100 (1930), 110 km/u (1938)
Trekkracht : 9.590 kg, 10.570 kg (3815-3820)
References
  • De Nederlandse Stoomlocomotieven, R. Statius Muller e.a., 2005
  • Onze Nederlandse Stoomlocomotieven in woord en beeld, H. Waldorp, 1981
  • Wikipedia: NS 3700